"Reis" Thematische woordenschat Zweeds
34 woordentåg
tåg
trein
1 / 34
- tågtrein
- järnvägsstationtreinstation
- flygplanvliegtuig
- flygplatsluchthaven
- passpaspoort
- visumvisum
- museummuseum
- kartakaart
- turisttoerist
- ryggsäckrugzak
- reservationreservering
- nattlivnachtleven
- vykortansichtkaart
- resväskakoffer
- bagagebagage
- semestervakantie
- resenärreiziger
- turismtoerisme
- souvenirsouvenir
- boendeaccommodatie
- utomlandsbuitenland
- tulldouane
- flygvlucht
- resareis
- mottagningreceptie
- receptionistreceptioniste
- kompasskompas
- kontantercontant geld
- ambassadambassade
- uttagsautomatpinautomaat
- öeiland
- kulturcultuur
- främmande språkvreemde taal
- monumentmonument
Tobo app downloaden om Zweedse woorden te leren
Leer de meest gebruikte Zweedse woordjes met woordkaarten