"Tijd" Thematische woordenschat Engels
46 woorden
Monday
Monday
maandag
1 / 46
- Mondaymaandag
- Tuesdaydinsdag
- Wednesdaywoensdag
- Thursdaydonderdag
- Fridayvrijdag
- Saturdayzaterdag
- Sundayzondag
- Januaryjanuari
- Februaryfebruari
- Marchmaart
- Aprilapril
- Maymei
- Junejuni
- Julyjuli
- Augustaugustus
- Septemberseptember
- Octoberoktober
- Novembernovember
- Decemberdecember
- springlente
- summerzomer
- autumnherfst
- winterwinter
- daydag
- weekweek
- weekendweekend
- monthmaand
- yearjaar
- secondseconde
- minuteminuut
- houruur
- morningochtend
- noonmiddag
- afternoonnamiddag
- eveningavond
- nightnacht
- midnightmiddernacht
- seasonseizoen
- decadedecennium
- centuryeeuw
- calendarkalender
- datedatum
- time zonetijdzone
- timetijd
- sunrisezonsopgang
- sunsetzonsondergang
Andere woordenlijsten in het Engels
Tobo app downloaden om Engelse woorden te leren
Leer de meest gebruikte Engelse woordjes met flashcards (woordkaarten)
