"Tijd" Thematische woordenschat Italiaans
46 woordenil lunedì
il lunedì
de maandag
1 / 46
- il lunedìde maandag
- il martedìde dinsdag
- il mercoledìde woensdag
- il giovedìde donderdag
- il venerdìde vrijdag
- il sabatode zaterdag
- la domenicade zondag
- gennaiojanuari
- febbraiofebruari
- marzomaart
- aprileapril
- maggiomei
- giugnojuni
- lugliojuli
- agostoaugustus
- settembreseptember
- ottobreoktober
- novembrenovember
- dicembredecember
- la primaverade lente
- l'estatede zomer
- l'autunnode herfst
- l'invernode winter
- il giornode dag
- la settimanade week
- il fine settimanahet weekend
- il mesede maand
- l'annohet jaar
- il secondode seconde
- il minutode minuut
- l'orahet uur
- la mattinade ochtend
- il mezzogiornode middag
- il pomeriggiode namiddag
- la serade avond
- la nottede nacht
- la mezzanottede middernacht
- la stagionehet seizoen
- il decenniohet decennium
- il secolode eeuw
- il calendariode kalender
- la datade datum
- il fuso orariode tijdzone
- il tempode tijd
- l'albade zonsopgang
- il tramontode zonsondergang
Andere woordenlijsten in het Italiaans
Tobo app downloaden om Italiaanse woorden te leren
Leer de meest gebruikte Italiaanse woordjes met woordkaarten