"Tijd" Thematische woordenschat Zweeds
46 woordenmåndag
måndag
maandag
1 / 46
- måndagmaandag
- tisdagdinsdag
- onsdagwoensdag
- torsdagdonderdag
- fredagvrijdag
- lördagzaterdag
- söndagzondag
- januarijanuari
- februarifebruari
- marsmaart
- aprilapril
- majmei
- junijuni
- julijuli
- augustiaugustus
- septemberseptember
- oktoberoktober
- novembernovember
- decemberdecember
- vårlente
- sommarzomer
- höstherfst
- vinterwinter
- dagdag
- veckaweek
- helgweekend
- månadmaand
- årjaar
- sekundseconde
- minutminuut
- timmeuur
- morgonochtend
- middagstidmiddag
- eftermiddagnamiddag
- kvällavond
- nattnacht
- midnattmiddernacht
- årstidseizoen
- årtiondedecennium
- århundradeeeuw
- kalenderkalender
- datumdatum
- tidszontijdzone
- tidtijd
- soluppgångzonsopgang
- solnedgångzonsondergang
Andere woordenlijsten in het Zweeds
Tobo app downloaden om Zweedse woorden te leren
Leer de meest gebruikte Zweedse woordjes met woordkaarten