"Zwierzęta" słówka po holendersku
103 słowahet dier
het dier
zwierzę
1 / 103
- het dierzwierzę
- de hondpies
- de katkot
- de vogelptak
- de leeuwlew
- het paardkoń
- de aapmałpa
- de koekrowa
- de beerniedźwiedź
- de olifantsłoń
- de voslis
- de giraffeżyrafa
- de kameelwielbłąd
- het konijnkrólik
- de muismysz
- de tijgertygrys
- de wolfwilk
- de slangwąż
- de kangoeroekangur
- de krokodilkrokodyl
- de kikkerżaba
- de eendkaczka
- de pinguïnpingwin
- de ezelosioł
- het schaapowca
- de geitkoza
- de gansgęś
- de eekhoornwiewiórka
- de vleermuisnietoperz
- de walviswieloryb
- de zebrazebra
- de dolfijndelfin
- de pauwpaw
- de gorillagoryl
- de struisvogelstruś
- de ijsbeerniedźwiedź polarny
- de egeljeż
- het hertjeleń
- de uilsowa
- de adelaarorzeł
- de duifgołąb
- de haairekin
- de krabkrab
- de kwalmeduza
- de zeesterrozgwiazda
- het varkenświnia
- de zwaanłabędź
- de stierbyk
- de visryba
- de zeehondfoka
- de schildpadżółw
- de panterpantera
- de kipkurczak
- de haankogut
- de octopusośmiornica
- de schorpioenskorpion
- de kreefthomar
- de vlindermotyl
- de bijpszczoła
- de miermrówka
- de mugkomar
- de spechtdzięcioł
- de hagedisjaszczurka
- de spinpająk
- de papegaaipapuga
- de wezelłasica
- de pony