Nederländska Ord för "Hus"
76 ord
de deur
de deur
dörr
1 / 76
- de deurdörr
- het bedsäng
- de tafelbord
- de stoelstol
- het raamfönster
- de televisieTV
- de kamerrum
- de woonkamervardagsrum
- de slaapkamersovrum
- de keukenkök
- de badkamerbadrum
- het gordijngardin
- de spiegelspegel
- het tapijtmatta
- het kussenkudde
- het balkonbalkong
- de fauteuilfåtölj
- de ladelåda
- de salontafelsoffbord
- de kledingkastgarderob
- de boekenplankbokhylla
- het schoenenrekskoskåp
- de meubelsmöbel
- de schoorsteenskorsten
- de garagegarage
- de banksoffa
- de plankhylla
- de kastgarderob
- de luikenfönsterlucka
- de radiatorelement
- de koelkastkylskåp
- de afstandsbedieningfjärrkontroll
- de wasmachinetvättmaskin
- de drogertorktumlare
- de begane grondbottenvåning
- de traptrappa
- de lifthiss
- de deurbeldörrklocka
- de deurmatdörrmatta
- het alarmsysteeminbrottslarm
- de open haardöppen spis
- het plafondtak
- de lamplampa
- de kroonluchterljuskrona
- de strijkplankstrykbräda
- de asbakaskfat
- het daktak
- de klokklocka
- het aquariumakvarium
- de vaasvas
- de schakelaarströmbrytare
- het stopcontactstickkontakt
- de brandblusserbrandsläckare
- de wandvägg
- de sleutelnyckel
- de wekkerväckarklocka
- het toilettoalett
- de tegelplatta
- de vloergolv
- de bezemkvast
- het dekbedtäcke
- het tweepersoonsbeddubbelsäng
- het stapelbedvåningssäng
- het nachtkastjenattduksbord
- het matrasmadrass
- het terrasterrass
- de zoldervind
- de ganghall
- de kinderkamerbarnrum
- de eetkamermatsal
- logeerkamergästrum
- de kelderkällare
- de tuinträdgård
- het hekstaket
- de grasmaaiergräsklippare
- het hondenhokhundkoja
Ladda ner appen Tobo
Lär dig nederländska ord genom spel
