het seizoen-season

How to say "season" in Dutch?

Meaning of het seizoen is season in English. What is the article of seizoen?

Dutch Translation
het seizoen
  • de maandag
  • de dinsdag
  • de woensdag
  • de donderdag
  • de vrijdag
  • de zaterdag
  • de zondag
  • januari
  • februari
  • maart

Download Tobo now!

Memorize most common Dutch words. Learn by playing games. Use flashcards to master frequently used vocabulary.

Download Tobo iOS AppDownload Tobo Android App